Een goed ontvangen boek
Yuri Visser op Historiek.net (woensdag 27 mei 2009) over dit nieuwe boek:
” Journaliste Elise Lengkeek heeft in ‘Ik Beken’, haar derde literaire non-fictie boek, het levensverhaal van de Indische Nederlander Ferry Holtkamp opgetekend. Een indringend verhaal over liefde, kameraadschap en doorzettingsvermogen. Maar ook een schokkend verhaal over het leven in de Japanse gevangenissen in Nederlands-Indië en de onderbelichte Bersiap-tijd daarna.”
[Luister op Historiek.net geluidsfragmenten]
Op haar weblog verwoordt Elise Lengkeek zij als volgt haar drijfveer om dit verhaal te willen doorvertellen: “Ferry’s verhaal brengt aan het licht wat 60 jaar lang grotendeels verborgen is gebleven voor het oog van de wereld. Zijn authentieke getuigenis maakt zichtbaar welk leed en onrecht hem en vele anderen is aangedaan ten tijde van de Tweede Wereldoorlog en de Bersiaptijd in Nederlands Indie en daarna in Nederland, waar discriminatie wachtte en stelselmatig uitblijven van recht en erkenning door de Nederlandse overheid. Zijn levensgeschiedenis laat echter ook de immense kracht zien die vrijkomt wanneer de liefde kans krijgt haat en verbittering te verdrijven.”
Over het Indisch verzet
Naast de persoonlijke kant van het verhaal is vanuit historisch oogpunt van grote waarde dat Elise Lengkeek met het relaas van Holtkamp, het Indisch verzet tegen de Japanners aandacht geeft. Dit is een weinig belicht onderwerp en omdat L. de Jong het Indisch verzet amper noemt in zijn Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, lijkt het er niet geweest te zijn. Hét verzet dat is toch het heldhaftig verzet in Nederland tegen de Duitsers? Met de inwerkingtreding in 1986 van de Wet Buitengewoon Pensioen Indisch Verzet (WIV) is het Indisch verzet uiteindelijk toch erkend en heeft het dus ook nog rechtskarakter gekregen. Vergelijk in dit opzicht het feit dat voor het verzet in Nederland al in 1947 de Wet Buitengewoon Pensioen in het leven was geroepen. De omstandigheden in Indïe om verzet te plegen waren totaal anders dan in Europa. Zo waren nagenoeg alle blanke Nederlanders geïnterneerd; hetzelfde geldt voor de Indo’s van meer blank aanzien. Het merendeel van de Indo’s bevond zich in moeilijke levensomstandigheden buiten de kampen. Omdat de meeste “inlanders” een andere kolonisator hadden gekregen, was er van die kant geen verzet te verwachten. Integendeel, nationalisten als Soekarno zagen hun kans schoon om via hun Aziatische broeders uit het land van de rijzende zon, autonomie en zelfs in augustus 1945 onafhankelijkheid te bewerkstelligen. Verzet moest dus komen van niet-geïnterneerde, de Indo-Europeanen en inheemsen die tegen de Japanse bezetting waren: aan Nederland trouwe Molukkers en Indonesische communisten. Deze laatsten stonden ideologische diametraal tegenover de imperialistische Japanners. Maar er waren ook ondergedoken of zelfs nog vrije blanke Europeanen, totoks, die verzet hebben gepleegd. Des te gevaarlijker omdat ze zich meer dan Indo’s moesten camoufleren en nog meer “onzichtbaar” moesten opereren. De meeste verzetstmensen zijn op den duur verraden door Indonesiërs, waarna een vreselijke tijd van martelingen volgde door de keihard optredende Kempeitai, de Japanse militaire politie. In de eerste periode van het verzet tussen 1942 en eind 1943 zijn veel (Indisch-) Nederlandse verzetsmensen opgebracht en geëxecuteerd. Meer nog dan in Nederland, het moederland van de kolonie.
Het Indisch verzet heeft enkele concentratiegebieden gekend. Het begon meestal met ondergedoken militairen van het KNIl (met soms een enkele Engelsman of Australiër) die na de dramatische val van de koloniale strijdkrachten en de kolonie zèlf, waren ondergedoken in bosrijk terrein of soms in woongebieden. In 1944 was er verzet van Indische jongens in Batavia om zich te laten registreren in het kader van disciplinering en het breken van hun anti-Japanse houding. De bezetter beschouwde hen als Aziaten die hun Europese achtergrond moesten loslaten. De weigering leidde tot internering in een gebouwencomplex in de wijk Glodok. Na de oorlog werden deze ex-Glodok’ers niet geaccepteerd als plegers van verzet. Echter, de inwerkingtreding van de Wet Buitengewoon Pensioen Indisch Verzet aanvaardde hen als verzetsdeelnemers. Ongeveer 140 oud-Glodok’ ers kregen een buitengewoon pensioen en daarmee de lang uitgebleven erkenning. En er zouden nog enkele honderden volgen die tot verzetsdeelnemers in voormalig Nederlands-Indië behoorden. Ferry Holtkamp was een van die mensen.
Ferry Holtkamp, een Indische verzetsdeelnemer in Nederlands-Indië
Ferry Holtkamp wordt in Soerabaja geboren als zoon van een half-Javaanse moeder en een Nederlandse vader. Hij heeft een zorgeloze jeugd, totdat de Japanse soldaten komen en zijn vriendje Donnie voor zijn ogen neerschieten. Kort daarop neemt Ferry actief deel aan een verzetsgroep die vanuit
zijn ouderlijk huis opereert. Drie maanden later wordt hij gearresteerd. Hij komt terecht in de respectievelijke gevangenissen Kalisosok ofwel de Werfstraatgevangenis in Soerabaja, Soekamiskin (Bandoeng) en Koeningan bij Tjirebon. Hij had “geluk” omdat verzetsmensen meestal werden geëxecuteerd (door onthoofding). Ferry Holtkamp overleefde de martelingen, de detentie en de mensonterende behandelingen in de Japanse tijd. Maar van een echte bevrijding was geen sprake.
Wanneer hij in oktober 1945 de Japanse gevangenis verlaat, denkt hij dat hij eindelijk vrij is. In plaats daarvan valt hij in handen van de extremistische nationalisen in Soerabaja. Hem wachten ontstellende vernederingen. Telkens wordt hij met de dood bedreigd, maar telkens overleeft hij op wonderlijke wijze. Net als zoveel oorlogsslachtoffers begraaft hij na de oorlog zijn herinneringen en beloften. Uiteindelijk hield hij het verhaal niet voor zichzelf en kwam ermeer naar buiten en kwam terecht bij journaliste Elise Lengkeek. Zij schreef eerder De hel van Tjideng, een van de meest beruchte interneringskampen onder leiding van de wispelturige, wrede en onvoorspelbare commandant Sonei. Bekende namen van mensen die in Tjideng waren geïnterneerd: schrijver Jeroen Brouwers en zanger Boudewijn de Groot is er geboren; zijn moeder overleed daar. Naar aanleiding van dat boek, dat het verhaal vertelt van een overlevende van het jappenkamp Tjideng, nam Ferry Holtkamp zelf contact met haar op om zijn verhaal te vertellen. Ferry Holtkamp overleed op 12 november 2008.
Voorzitter van het Indisch Platform dr. Herman Bussemaker over Ferry Holtkamp en het boek: “Het verhaal van Ferry Holtkamp zet de schijnwerpers op twee aspecten van de Indische geschiedenis die zwaar onderbelicht zijn gebleven. Het gaat zowel om het Indisch Verzet als om het behandelen van politieke oftewel ‘criminele’ gevangenen.
Ferry werd door de Japanners veroordeeld tot celstraf in plaats van een executie en verhuisde van gevangenis naar gevangenis.’ Hij is een van de weinige Nederlandse mannen die dat is overkomen,’ aldus Bussemaker. ‘Alleen al daarom is zijn verslag van het leven van deze gevangenissen zo uniek.’”
Lange tijd heeft Ferry Holtkamp zijn ingrijpende levenservaringen voor zichzelf gehouden. Uiteindelijk kon hij aan de innerlijke behoefte gehoor geven zijn verleden de juiste betekenis te geven. Naast de historische feiten is het boek er een over verwerking en geeft het ook een sociaal beeld van de kolonie. Het Indo-zijn en ondervonden discriminatie is op deze plaats in het bijzonder aan te halen: een gevoelig onderwerp dat meestal door Indisch zwijgen wordt verborgen gehouden.
Elise Lengkeek schreef als in memoriam Ferry Holtkamp 12 november 2008, het volgende gedicht:
Bevrijdingsdag
Wachten op die ene klik
Het losgaan van de kooi
En jij, eindelijk vrij, hervat de moed
Voor je laatste reis
De sawa’s en de buffels wachten
De bloemen, de bergen
Dag Soerabaja
Dag eiland van smaragd
Steeds verder onder je
De grond waarin jouw bloed, jouw tranen zijn gezaaid
Een laatste groet
Jij bent voorbij
En wij, wij wachten hier
Jouw nieuwe lente
© Elise Lengkeek
Film over Indisch verzet
Ten slotte is er het verheugende nieuws dat regisseur Peter Hoogendijk een film over het Indisch verzet aan het maken is. De titel luidt Het Indisch verzet. Een film over een verloren strijd. Het is de bedoeling dat de film wordt vertoond vanaf 15 augustus 2009, de dag van de herdenkingen van de Japanse capitulatie en de oorlog in het Verre Oosten.
Een vooruitblik van enige minuten kunt u zien op de website van producent Dammas Films.
Peter Hoogendijk heeft eerder de films Soerabaja Surabaya (2005), Afscheid van Indië (2008) en Moesson (2008) uitgebracht. Via klikken op deze filmtitels kunt u op de website van Dammas Films trials bekijken.
Actuele informatie
Dinsdag 23 juni is het boek Ik beken aangeboden aan mevrouw P.E. Smeets, voorzitter van de Vaste Kamercommissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Aangelegenheden van Indisch welzijn en Indische zaken vallen onder VWS.
Aan de politiek wordt dus opnieuw en nog steeds aandacht gevraagd voor de niet afgehandelde dossiers als de Indische backpay-kwestie en de problematiek rond Indische oorlogsschade, roof en rechtsherstel.
Lees hier het persbericht.
Dinsdag 23 juni 2009: gebouw van de Tweede Kamer.
Pauline Smeets (geheel links), voorzitter van de Vaste Kamer
commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, neemt
een exemplaar van het boek Ik beken in ontvangst uit handen
van schrijfster Elise Lengkeek (geheel rechts).
Bron foto: ANP Perssupport.
© BV Algemeen Nederlands Persbureau ANP
Voorzitter van het Indisch Platform dr. Herman Bussemaker hield bij deze gelegenheid een toespraak. Hieronder enige fragmenten.
Geachte aanwezigen,
“Het boek is van belang, omdat het informatie geeft over twee nauwelijks bekende aspecten van de Indische Historie. Er zijn er niet zoveel, die het verblijf in de gevangenissen hebben kunnen navertellen. Ferry is daar een van, en geeft ons waardevolle inkijkjes in het Indisch gevangenis-wezen. Verder is er hier in Nederland heel weinig bekend over het Indische Verzet, dat veel heftiger was dan het Nederlandse verzet. In Nederland werden over een periode van vijf jaar van de 4500 verzetsmensen in het gewapend verzet 1500 door de Duitsers gefusilleerd, dus 30% vond de dood. In Nederlands-Indië verloren in 1942 en begin -1943 in anderhalf jaar tijd circa 2000 Nederlandse verzetsmensen het leven door executie, en bedroeg het percentage overlevenden minder dan 10%. De reden was het ongenadig hard optreden van de beruchte Japanse politie, de Kempei Tai, tegen alles wat op verzet leek, waarmee dit verzet effectief werd gebroken. Alleen al op het Ereveld Antjol bij Jakarta liggen 1700 geëxecuteerde Nederlandse verzetsmensen.”
“Het verslag van Ferry gaat in op de martelingen, waarvan het “waterboarden” nog een van de zachtzinnigste marteltechnieken was. De Japanners volgden daarbij overigens een nog wreder techniek dan de Amerikanen. Hij was een van de weinigen, die de Japanse martelingen overleefde, en zijn getuigenis is daarom ook historisch waardevol Ook krijgt door zijn getuigenis het zo onbekende Indische Verzet bekendheid..”
“Elise Lengkeek heeft deze gruwelijke getuigenis uit de hel zeer leesbaar beschreven. Het boek is echter veel meer dan een horror-story. Zij beschrijft het wonder van de opstanding: hoe Ferry weer opkrabbelde, en verder ging met zijn leven. Het boek eindigt dan ook heel positief met de aanvaarding van zijn levensbestemming.”
“Voor ons in de Indische Gemeenschap is het vooral belangrijk, dat het boek gelezen wordt door al die jonge Nederlanders, die van huis uit niets hebben geleerd over het lijden van hun landgenoten in die verre kolonie. Wij hopen dat via de Media vele autochtone lezers aangetrokken zullen worden, en het boek ook lezen. Uiteindelijk zal het draagvlak voor de vervulling van de wensen van de Indische Gemeenschap in Nederland pas verkregen kunnen worden door werkelijk begrip, en solidariteit van de alhier levende Nederlanders met hun landgenoten uit het verre Indonesië.”
© dr. H. Th. Bussemaker
Titel: Ik beken.
Soort: Non-fictie. Levensverhaal (document humain), biografisch en historisch. Tweede wereldoorlog in Indië, Indisch verzet, Bersiapperiode en dekolonisatie.
Bijzonderheden: naast dagboekaantekeningen, verslagen en losse notities bevat het boek schetsen o.a. gemaakt in de krijgsgevangenkampen.
ISBN: 9789049951092.
Uitgever: Mistral.
Prijs: € 19,95.
Wilt u het boek hebben?
Via de reguliere boekhandel: vermeldt het ISBN-nummer naast titel en auteursnaam. Zie verder de website van uitgever Mistral.
Informatie op internet
Jet Bruinsma in de Volkskrant van 25 augustus 1998.
Michel Maas in de Volkskrant van 3 januari 2005.
Stichting De Brug.
Literatuur Indisch verzet
B.R. Immerzeel en F. van Esch (red.), Verzet in Nederlands-Indië tegen de Japanse bezetting 1942-1945.
Den Haag 1993.
SDU Uitgevers.
ISBN 9012068479.
P.P. de Kock, De ongelijke strijd in de Vogelkop.
Franeker 1981.
Uitgeverij Wever.
ISBN 9061353157.
Jacques Leedekerken en Hans Liesker, Voorman in Verzet en Boei.
ISBN 90-9013361-5.
240 pagina’s, geïllustreerd
Prijs: € 16, – plus porto (€ 2,25; buitenland: € 3,-)
Bestellen: J.J.P. Leedekerken, tel: 0162-437282 of H. Liesker, tel.: 020-6363955.
Zie ook: de website van het Veteraneninstituut.
P. van Meel (red.),Tanda Kehormatan KNIL.
Dordrecht 1985.
Speciale uitgave van het tijdschrift Stabelan van oud-artilleristen.
Moeilijk te krijgen. Gedeeltelijke kopieën eventueel via info@indischhistorisch.nl aan te vragen. Ook: gescande pagina’s.
Pingback: DE GENOCIDE VAN DE INDISCHE NEDERLANDERS EN DE POSTKOLONIALE DOOFPOT VAN ONZE REGERINGEN! | eunmask
Ik ben in 1939 in Salatiga geboren. Mijn moeder en ik zijn op een of andere manier in Soerabaya terecht gekomen als buitenkampers. Mijn laatste herinneringen zijn de bombardementen en toen de “bevrijding” kwam volgde grootste trauma…de vlucht uit Soerabaya met heel veel vrouwen en kinderen, de grote vrachtwagens met lijken, de kali die rood gekleurd was, de waterput waar doorspiesde lijken in lagen van vrouwen en kinderen. Nooit mocht ik hier over praten. Mijn ouders (vader zat aan de Burmaspoorweg) werden daarna herenigd. Ik moest altijd braaf zijn en zwijgen. Later in Nederland, lagere school leeftijd….braaf zijn, gehoorzaam en vooral nergens over praten. De nachtmerries waar ik mijn hele leven last van heb gehad. Later na de MULO de verpleging in in Amsterdam. Vaak op rustige momenten samen met mijn moeder koken wilde ik weten waarom en hoe ik aan die gruwelijke herinneringen kwam. Haar boosheid en verdriet in haar ogen…ik mocht geen ouwe koeien uit de sloot halen want dan gaat de sloot stinken.
Ouders zijn met mijn zus en broers in 1960 geëmigreerd naar Amerika en ik bleef hier alleen in Nederland. Een huwelijk dat op de klippen liep, de nachtmerries bleven en mijn vragen onbeantwoord. Later veel gelezen over de Japanse oorlog, de Bersiap. Heb ook de film Buitenkampers gezien, hier vond ik geen antwoord en vond het zelfs “zoete koek”. In 1992 hulp gevraagd bij de WUBO….hier ben ik afgehaakt….ik werd gewoon met een kluitje in het riet gestuurd…ik had immers ook geen bewijzen? Ik ben afgehaakt….want ik moest braaf zijn, beleefd en stil zijn; dit had ik immers geleerd!! Ik heb zelfs geen geboorteakte….Langzamerhand weet ik dat alle gruwel die ik als kind gezien heb, echt is….echt is gebeurd. Mijn ouders hadden zware trauma’s maar ook ik en nu mijn kinderen. Mijn ouders zijn toen naar Amerika gegaan omdat ze totaal geen vertrouwen meer hadden in de Nederlandse regering. De asielzoekers worden nu met open armen ontvangen en worden als ze een woning krijgen in de watten gelegd. Wij waren Nederlanders en werden ontvangen als Paria’s en nog steeds moeten wij onze mond houden. Mijn ouders kregen een kleine toelage omdat ze geen stoel hadden om op te zitten maar moesten alles tot de laatste cent terug betalen…..Leve Koningin en vaderland….nou niet voor mij!! Ik zit mijn tijd hier wel uit!!