Familiegeschiedenis | Jozef ‘Nono’ Wardenaar: verbinder binnen en buiten de Indische gemeenschap

Humphrey de la Croix
Pieke Hooghoff

Foto: privécollectie familie Wardenaar

Jozef ‘Nono’ Wardenaar werd geboren op 19 september 1935 in Sepandjang, Oost-Java. Tijdens de oorlog zat hij als kind met zijn familie gevangen in Japanse internerings-kampen. Het gezin vertrok al in 1952 met naar Nederland. Dat was drie jaar nadat Indonesië formeel een soevereine staat was geworden.  Zoals voor vele  Indische Nederlanders waren de vooruitzichten op behoud van banen en Nederlands onderwijs voor hun kinderen niet gunstig. Soekarno’s Indonesië verdreef Indische Nederlanders en Nederlanders uit hun posities en verving hen door Indonesiërs. Het Nederlands was voortaan verboden op scholen. Dat paste in het streven om zoveel mogelijk sporen van  het Nederlands kolonialisme te wissen. Daarnaast kregen Indische Nederlanders in toenemende mate te maken met intimidatie en ook geweldpleging door Indonesiërs. Dezen zagen de Indische Nederlanders als behorend bij de koloniale tijd en loyaal aan Nederland, niet aan Indonesië.

Nono Wardenaar was 17 jaar oud toen hij in Nederland aankwam. Het gezin zou zich in Nijmegen vestigen. Nono zou nog vaak binnen de stad gaan verhuizen en toen hij na een ziekbed in 2002 overleed woonde hij met zijn vrouw Joyce Post in de Zellersacker in het stadsdeel Lindenholt.

Binnen amper twee jaar na de soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië, vertrok het gezin naar Nederland. Nono was zeventien jaar oud toen hij in 1952 in Nederland aankwam. Het gezin zou zich in Nijmegen vestigen. Daar is Nono altijd blijven wonen tot aan zijn dood op 29 mei 2002. Hij is 67 jaar geworden.
Nono Wardenaar trouwde in 1959 met Joyce Post en het paar kreeg zes kinderen.

1959. Nono Wardenaar trouwde met Jocye Post. Foto: privécollectie familie Wardenaar

Veelzijdig, maatschappelijk betrokken, energiek
De familie Wardenaar paste geheel in die aanpassing om een nieuw bestaan op te bouwen. De Indische Nijmegenaar Nono Wardenaar had vele interesses zoals muziek maken, reizen en geschiedenis. Daarbij was hij een maatschappelijk  betrokken persoon. Hij was in het bijzonder zeer begaan met de oudere Indische Nederlanders. Gerekend vanaf de repatriëring naar Nederland vormden zij de eerste generatie. Nono Wardenaar wist uit eigen ervaring welke dramatische gebeurtenissen zijn familie  ertoe hadden gebracht naar Nederland te komen. Eenmaal hier aangekomen ontmoetten ze weinig interesse voor hun achtergrond. Veel Nederlanders hadden geen weet van de oorlog in de kolonie. Wellicht hadden velen nauwelijks weet van hoe Nederlands-Indië was. Een situatie die nu nog actueel is.
Uiteindelijk bleef deze eerste generatie zwijgzaam over het verlies van hun verloren land Nederlands-Indië, de Japanse bezetting en de gruwelen van de Bersiaptijd en dekolonisatie-oorlog. De Nederlanders hadden met de wederopbouw van het door de oorlog geleden land te druk om nog eens na te denken over die ver weg gelegen archipel.
De Indische nieuwkomers legden zich neer bij die desinteresse van de Nederlanders in hun nieuwe landgenoten en gebruikten hun energie om een bestaan in Nederland op te bouwen. Ze leken zich geruisloos aan te passen aan hun nieuwe omstandigheden en zouden volop bijdragen aan de groeiende naoorlogse welvaart. Werk was er genoeg.

Activiteiten in de Indische ‘binnenwereld’
Nono Wardenaar zag heel goed dat Indische Nederlanders liever zwegen over de  pijnlijke ervaringen van de Japanse bezetting en de Indonesische dekolonisatie-oorlog. Erover praten vonden ze pijnlijk en deed het gevoel van verlies van naasten en ondergane vernederingen herleven. Van nature minder assertief en hun Nederlandse omgeving niet lastigvallend, trokken ze zich terug in een ‘binnenwereld’ van Indo’s onder elkaar. Ook daarin zouden de meesten blijven zwijgen over wat ze hadden beleefd. Echter, nu zat je onder mensen die hetzelfde hadden ervaren en elkaar zonder erover te praten aanvoelden en begrepen.
Nono Wardenaar bedacht hoe Indische Nederlanders het beste konden omgaan met hun gezamenlijke achtergrond. Het organiseren van samenkomsten als dansavonden en pasarmalam’s sloot goed aan bij de behoeften. In de eigen Indische sfeer hoefden de mensen niets aan elkaar uit te leggen. Aan de onwetende Nederlanders steeds uitleggen wie je bent, was op den duur een soort last geworden. Alsof je steeds opnieuw moest uitleggen wie je als Indische Nederlander bent. Dat je dus ook Nederlander was maar met een deels achtergrond gelegen in de Indonesische bevolking.
Nono Wardenaar was wat tegenwoordig heet, goed in het verbinden van mensen en de  personen te vinden die hem konden helpen. Zijn intensieve inzet voor verschillende nevenactiviteiten deed Nono Wardenaar als vanzelfsprekend naast zijn baan bij de  fabrikant van vorkheftrucks Hyster in Nijmegen. Dat bedrijf was toevallig ook begonnen in 1952, het jaar waarin de toen 17-jarige Nono Wardenaar in Nederland arriveerde.

Rond 1960. Nono Wardenaar met zijn collega’s van de fabriek van vorkheftruck Hyster in Nijmegen. Foto: privécollectie familie Wardenaar

Organisator van Indische activiteiten en zorg voor ouderen
Nono Wardenaar begreep goed dat de Indische repatrianten en hun kinderen behoefte hadden aan een eigen culturele sfeer. Op zijn Indisch betekende dat de gezelligheid met en door Indische muziek, dansen en natuurlijk lekker eten.
Hij ontwikkelde zich tot een goede organisator en netwerker. Hij richtte samen met andere Indische gelijkgestemden twee Indische verenigingen op. Deze organiseerden dansavonden en pasarmalam’s. Deze verenigingen waren Soerobojo en Indo-Inn. Deze laatste hield op te bestaan, de eerste is nog actief ook al is het aantal leden sterk aan het dalen.
De twee verenigingen zouden vanaf 2000 deelnemen in het Platform Indische Organisaties Nijmegen en omstreken (PION). Mede door de inzet van PION hebben Indische Nederlanders in Nijmegen en omstreken sinds 2006 ieder jaar op 14 augustus hun herdenking in het historische deel van het Nijmeegse stadhuis. Deze bijeenkomst is vanaf 2021 voor het eerst op 15 augustus gehouden, daarmee aansluitend op de Nationale herdenking in Den Haag.

‘De droom die langzaam van ons scheidt’
Nono beschikte over een enorme energie en gedrevenheid. In het bijzonder was het zijn droom dat er een film over Indische Nederlanders zou komen. Die droom kwam in 1985 uit toen hij vijftig werd. Tegelijkertijd bracht hij een boek uit met zelfgemaakte tekeningen. 1985 was ook het jaar dat de Tweede Wereldoorlog 40 jaar ervóór was afgelopen. Nono Wardenaar wilde met de film en zijn boek het verband laten zien tussen die grote historische gebeurtenis en de betekenis ervan voor de Indische Nederlanders. En uitleggen waarom zij deel uitmaken van de Nederlandse samenleving. Die Tweede Wereldoorlog en de jaren daarop waren het begin van het einde van Indië. Indische Nederlanders waren met het verlies van hun land hun  natuurlijke habitat of leefomgeving kwijtgeraakt. Ze moesten repatriëren naar het land dat volgens hun paspoort het vaderland was.

Een Indocentrische film maken: de Indo en zijn verhaal in de hoofdrol
Met de film wil hij laten zien door welke bril de Indische Nederlander ons land ziet, en wie hij is. Dat heet ook wel een Indocentrische kijk. Het is een doorbreken van de  benadering om de Indische geschiedenis vanuit Nederlands oogpunt te zien. Voor zijn videoproductie nam Nono Wardenaar tientallen interviews af. Om Indocentrisch te kunnen zien, moet je de bron zélf bevragen. De Indische Nederlanders zélf en hun verhalen. In totaal bracht dat tachtig volle videobanden aan verhalen op van drie generaties Indische Nederlanders. Vooral het interviewen van de eerste generatie was de doelstelling omdat veel geïnterviewden intussen tot de oudste personen gingen behoren. Op enig moment zou er nog maar beperkte tijd zou zijn om hun verhalen te ontsluiten en vast te leggen.
Tijdens de productie van de film heeft Wardenaar met de historicus van de Tweede Wereldoorlog dr. Lou de Jong over zijn werk gesproken. Deze was juist in de jaren tachtig bezig de Indische delen te schrijven. De historicus kreeg vanuit Indische hoek dusdanig veel kritiek over zijn Indische hoofdstukken, dat een rechtszaak volgde met de eis van opnieuw schrijven van de betreffende hoofdstukken. Strekking van de kritiek was dat De Jong over Indische Nederlanders had geschreven zonder inzicht te hebben in wie ze waren, hoe ze dachten over hun Nederlanderschap en ook Indonesische achtergrond.
Juist die aspecten die te maken hadden met identiteit in en na Indië interesseerden Nono Wardenaar. Hij besloot van Indische Nederlanders zélf te vernemen hoe zij het “landen” in Nederland hebben beleefd. In Nono’s optiek was film een mooi, passend medium zowel informatief als om door te geven aan volgende generaties. Niet eerder waren de ervaringen van een groter aantal Indische Nederlanders vastgelegd.
Journalist Melle van de Velde citeert Nono Wardenaar in een artikel in de Zondagskrant van september 1985:

De eerste generatie blijkt nog vol heimwee naar Indië te zitten. De tweede generatie zou je de berustende generatie kunnen noemen. En de derde generatie is vrijwel geheel Nederlands opgevoed en beschouwt zich als Nederlander.” Nono zag dat het beeld van Indië voor de derde generatie langzaam aan het vervagen is. Dat is de reden waarom hij zijn videofilm de titel meegaf: ´De droom die langzaam van ons scheidt´.

Artikel over Nono Wardenaar (Nijmeegse Zondagskrant 1985)

Het werk aan de film
Nono Wardernaar startte in 1980 met de voorbereiding van de (video)filmproductie. Het was bijna veertig jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog en hij wilde de jongere generaties op de hoogte brengen van de eigen geschiedenis en de stem laten horen van de eerste generatie die al op leeftijd was gekomen. In 1985 moest de film zijn afgerond, ook al omdat Nono dan vijftig jaar werd. De titel ´De droom die van ons scheidt´ is ontleend aan een uitspraak van een geïnterviewde uit de film. Tegelijkertijd bracht hij een boek uit met zelfgemaakte tekeningen en met dezelfde titel. Met de film wil hij laten zien door welke bril de Indische Nederlander ons land ziet, en wie hij is. Voor zijn videoproductie nam Nono Wardenaar tientallen interviews af.

Nono was een goede netwerker en in de jaren tachtig zocht hij toenadering tot de Hogeschool Gelderse Leergangen/Interstudie op de Schulenburgweg in het Nijmeegse stadsdeel Dukenburg Nijmegen. Nono Wardenaar woonde daar in de wijk Meijhorst. Juist in die tijd leefden er ideeën in het onderwijs om bewust ruimte te bieden aan omwonenden. Directeur Leo van Beek vond het een goed plan om contacten met de burgers in de wijk aan te gaan. Nono kon aan de slag gaan met zijn project en dat niet alleen. Hij kreeg vande hogeschool alle medewerking. Hij kon audio-visuele apparatuur lenen en kreeg technische ondersteuning van Frans Kleinschiphorst en begeleiding van docent Jos Hilte vanuit de Projectgroep Intercultureel Onderwijs. Hij werd bijgestaan door een goede vriend Ronny Suoth. De activiteiten waren ondergebracht in een culturele stichting OR-Mupro.

Film als onderwijsmateriaal Film als onderwijsmateriaal 
In 1985 brengt de Stichting OR-Mupro een aankondiging uit over de film. Daarin wordt een documentaire genoemd die de leefwijze en opvattingen van de tot de groep Indische Nederlanders gerekenden in Nederland in de periode 1945-1985, weergeeft. Er is een officiële overeenkomst over de samenwerking die in januari 1985 bekrachtigd. Het bericht “Video-produktie Indische struktuur in de Nederlandse gemeenschap” meldde:

De film zal als onderwijs- en voorlichtingsmateriaal op een zo breed mogelijk publiek gericht zijn. De film schetst de historie van deze mensen afkomstig uit het voormalig Nederlands-Indië voor wat betreft de ontwikkelingen in hun integratieproces. De film zou een terugblik zijn zonder tegenstellingen en conflicten te vermijden. Leerzame herinneringen vormen de rode draad in dit verhaal, waardoor de videofilm ook in voorlichtingsverband voor vele niet-Indische Nederlanders een ontspannen kijk zal geven op het leven gedurende 40 jaar in Nederland van deze straks weggeïntegreerde groep uit een 300-jarig verleden. Stichting OR- Mupro wil bijdragen aan een beter begrip en verstandhouding tussen de autochtonen en allochtonen in Nederland en de erkenning van de opofferingen die de Indische Nederlanders hebben moeten brengen om hun integratieproces te bewerkstelligen.

De onderbelichte geschiedenis van Indische Nederlanders ontsluiten
Nono Wardenaar was met zijn interviews en de wens een geschiedenis van Indische Nederlanders te schrijven, zijn tijd vooruit. Pas in de jaren negentig van de vorige eeuw kwam de stroom aan publicaties en films over de Indische Nederlanders pas goed op gang. En dankzij internet zijn vele Indo’s en niet-Indo’s bekend geraakt met het (post-)koloniale verleden.
Door de voortgeschreden tijd is Nono Wardenaar’s film zélf een historische bron geworden. De interviews met leden van de eerste en tweede generatie Indische nieuwkomers, vormen een unieke en waardevolle informatiebron voor nieuwe generaties. Zo kunnen ze zien dat ze wortels hebben in voormalig Nederlands-Indië. Waar hun wortels liggen en hoe de Indische identiteit zich in Nederland heeft ontwikkeld. De discussies over de multiculturele samenleving hebben de aandacht voor nieuwkomers vergroot. Vaak wordt de inburgering van de Indische Nederlanders aangehaald als succesvol voorbeeld. Dankzij Nono Wardenaar’s interviews komen we te weten dat die aanpassing niet altijd vanzelf ging. Toch bleven Indische Nederlanders benadrukken hoe belangrijk ze aanpassen vonden.

De verantwoordelijkheid hun kinderen een goede toekomst te bieden gaf hun vanzelf de energie hun leed in de oorlog en die van daarna opzij te zetten.
Het is jammer dat Nono niet meer heeft kunnen meemaken hoeveel nieuwe boeken, websites en audio-visuele producties er over “zijn” Indische Nederlanders worden uitgebracht. en naar zijn bedoeling daarvan. Zijn naam leeft nu daarom in Nijmegen  duurzaam voort in de straatnaam die naar hem is vernoemd. In een buurt die de Indische naam Batavia draagt. Een straat die uitkomt op de Laan van Oost-Indië.

17 maart 2016. Wethouder Ben van Hees bevestigt officieel de Indische namen voor de straten in de buurt Batavia. Mevrouw Wardenaar was met haar kinderen en kleinkinderen en met de betrokken familieleden van de andere straatnaamgevers eregast van de ceremonie. Foto: Humphrey de la Croix 2016

De Nono Wardenaarstraat met uitzicht naar het Westen. Foto: Humphrey de la Croix 2020

Slot
Nono Wardenaar was zoals tegenwoordig heet een verbinder tussen mensen. In de eigen Indische gemeenschap waar zorg voor ouderen in het bijzonder aandacht heeft. Hij deed dat op informele manier door zichzelf in te zetten en slaagde erin daarin anderen mee te krijgen.
Deze eigenschap en rol als verbinder is waar in deze tijd van individualisering behoefte is om de samenleving bijeen te houden, met als doelen zorgzaamheid, mede vorm geven van de wijk, die veilig en leefbaar houden. Nono Wardenaar is daarvoor een lichtend voorbeeld.