Oorlog en Bersiap | Modjokerto, Mojokerto: een Javaanse provinciestad in de “grote geschiedenis” (7). Deel 1

Humphrey de la Croix

Modjokerto, Mojokerto 1945 – 1950 (1). Bersiap en dekolonisatie: augustus – oktober 1945

In dit zevende deel van de reeks Modjokerto, Mojokerto zijn we aangekomen in de bersiaptijd en de overgang van de kolonie Nederlands-Indië naar onafhankelijk Indonesië. Deze zevende episode wordt in drie delen verteld vanwege de vele aangrijpende en dramatische gebeurtenissen. Dit eerste deel beslaat de eerste weken na 15 augustus tot oktober 1945.
De feitelijk ‘echte’ bersiapperiode is van eind augustus 1945 tot januari 1946. De periode waarin de Indonesiërs zich massaal en heftig keerden tegen de Nederlanders en het westen. In die periode slaagde de Republiek Indonesia erin gesprekspartner te worden voor de internationale gemeenschap. Soekarno stevende af op de onvermijdelijke onafhankelijkheid van Nederland.
De bersiapperiode en de periode lopende tot eind 1949 merken we liever aan als dekolonisatieoorlog of Indonesische vrijheidsoorlog.

Japan capituleert
De capitulatie van Japan op 15 augustus 1945 betekende voor de Nederlanders en andere onderdanen van de Geallieerde landen in de interneringskampen in geen bevrijdingsdag zoals 5 mei in Nederland voortaan zou zijn. Nationalistische leiders Soekarno en Mohammed Hatta hadden op 17 augustus 1945 met hun Proklamasi de Republik Indonesia onafhankelijk verklaard.
Voor de Indo-Europeanen die vooral buiten de kampen waren gebleven, was de capitulatie het begin van een nieuwe periode vol verschrikkingen. Vaak erger dan de Japanse bezettingstijd zélf. Een periode die tot op heden een stempel drukte op de mensen die het direct hebben beleefd.

Het machtsvacuüm na de Japanse capitulatie
Na de proklamasi verschenen overal de rood-witte vlaggen van de republiek en was het Merdeka (vrijheid) te horen. De mensen in de interneringskampen merkten een mildere houding bij de Japanners, maar de angst voor hen bleef. Ook de Indonesiërs vertrouwden de Japanners niet. Ze hoorden niet thuis in hun onafhankelijke Indonesië. De bezetters hadden hen nog meer uitgebuit dan de Nederlanders voorheen deden.
De Geallieerden hadden aan Groot-Brittannië het tijdelijke bestuur overgedragen. De Britten zaten er zéker niet om te springen het Nederlands gezag te helpen herstellen. De Nederlanders zaten deels in kampen in de archipel of in Birma, Thailand of Japan. Hun repatriëring op korte termijn was niet mogelijk door gebrek aan transport. De Geallieerden lieten eerst hun eigen militairen en burgers repatriëren. De meeste Nederlanders in Thailand, Birma, Korea en Japan kwamen pas in 1946 aan de beurt voor hun thuisreis. 1)

In de eerste maand na 15 augustus konden de Britten zélf ook nog niet aanwezig zijn in de archipel. Samen met hen zouden pas vanaf eind september Nederlandse civiel en militair personeel arriveren. Die bestonden vooral uit RAPWI-teams. In februari 1945 was deze organisatie genaamd Recovery of Allied Prisoners of War and Internees opgericht die na de gevechtstroepen in de heroverde gebieden aan de slag moesten. Taak van de RAPWI was om de opvang van krijgsgevangenen en geïnterneerden te verzorgen. Zo snel mogelijk zouden zogeheten NICA-teams volgen. burgerlijk bestuur en de rechtspraak in de Nederlands-Indische gebieden die op de Japanners heroverd worden. De NICA houdt zich bezig met het herstel van het Nederlandse gezag totdat de gebieden worden overgedragen aan de Nederlandse regering. De Netherlands Indies Civil Administration moest de schakel vormen tussen de Nederlands-Indische regering en het geallieerde opperbevel. De Indonesiërs reageerden fel afwijzend tegenover bestaan en komst van de NICA. Het KNIL-bataljon V werd door de Indonesiërs uitgescholden voor andjing NICA, honden van de NICA.  De legereenheid nam de scheldnaam aan als erenaam. 2)

In augustus 1945 waren er nog geen NICA-teams op Java. De afwezigheid van westerse autoriteiten maakte de weg vrij voor de Indonesische nationalisten. Het waren vooral jonge Indonesiërs die door de Japanners paramilitair waren opgeleid, die hun kans schoon zagen om het land te bevrijden. Vooral de Indische buitenkampers kregen te maken met eerst verbaal geweld en vervolgen snel al met dodelijk geweld.
De Japanners kregen van het Geallieerd bevel de order om Nederlanders te beschermen in de kampen! Nederlanders die de kampen hadden verlaten en vooral de Indische buitenkampers kregen te maken met een toenemende anti-Nederlandse houding onder de door Japan geïndoctrineerde jonge Indonesiërs. Oudere Indonesiërs waren niet uitgesproken anti-Nederlands. Zij leken niet tegen een terugkeer van de kolonisator te zijn. Eerder leken ze daarvan de vooroorlogse rust en stabiliteit te verwachten. 3)

Indonesië augustus/september 1945. Locatie niet bekend. Japanse officieren capituleren voor Britse en Australische officieren. Foto: Nationaal Archief

Bersiap-tijd september 1945 – oktober1946: anarchisme, veel (Indo-)Europese slachtoffers
De gebeurtenissen in Mojokerto in deze periode zijn nauw verbonden aan de situatie in het 50 kilometer oostelijk gelegen Surabaya. De stad was republikeins gebied en het was onduidelijk hoe de Britse troepen zouden worden ontvangen. Die duidelijkheid kwam er snel. De in september openlijke strijd tussen pemuda en westerlingen ontaardde vanaf oktober in bloedige confrontaties en heftige moordpartijen op met name Indo-Europeanen.

Gebrek aan informatiebronnen uit Mojokerto en de uitgebreide informatie over de bersiaptijd in Surabaya zijn de redenen dat in dit artikel vaak de blik wordt gericht op de tweede stad van Indonesië. Vanaf het najaar van 1945 lag oostelijk van Mojokerto de frontlinie waar Brits-Nederlandse en republikeinse troepen stonden. In en rond Mojokerto zou strijd ontbranden tussen de teruggekeerde Nederlanders en de jonge republiek.
In augustus 1945 was er echter nog niets te merken van een zeer dramatische en traumatiserende periode waarin extreem geweld domineerde.

Pemuda: radicaliserende jonge nationalisten grijpen hun kans
De Japanners hadden tijdens de bezetting Indonesische jongeren in paramilitaire organisaties als de Seinendan, Sukarela Pembela Tanah Air (PETA, Verdedigers van het vaderland) of als heiho (hulpsoldaat) getraind. Doel was hen te laten bijdragen aan de oorlogsinspanningen. De Japanners drilden de jongeren in het verkrijgen van discipline, opofferingsbereidheid en een agressief-militaristische mentaliteit.
Deze jongerenorganisaties beschikten niet over wapens, maar gebruikten bamboesperen (bamboe runcing) of houten nepgeweren. Deze jonge Indonesiërs of pemuda voelden in augustus 1945 goed aan dat de afwezigheid van de Nederlanders een unieke kans was om het land over te nemen. Ook van de Japanners die hen weliswaar training en een perspectief hadden gegeven van een onafhankelijk Indonesië. De kracht en invloed van de jonge Japans getrainde nationalisten waren dusdanig gegroeid dat Soekarno en Hatta ertoe besloten de onafhankelijkheid uit te roepen. Ze hoopten op die manier te voorkomen dat hun macht werd overgenomen en dat de jongeren hun eigen gang zouden gaan. 4)

De door de Japanners geïndoctrineerde jongeren voegden aan hun identiteit een Javaanse element toe: het archetype van de djago (letterlijk: haan) wat in deze context vertaald kan worden als extreem machogedrag. Als voorbeeld stond hun voor ogen de vroegere Javaanse warlords die zich als op macht beluste en gewelddadige “koninkjes” gedroegen. 5)
De pemuda zouden staan voor het ideaal Indonesië te bevrijden van het westers imperialisme. Hun radicalisering mondde uit in extreem geweld, wetteloosheid en anarchie waar zowel de republikeinen van Soekarno als de Engelsen en later terugkerende Nederlanders, geen grip op kregen. In Soerabaja zou dat in de periode september – december 1945 tot de meest dramatische gebeurtenissen meemaken.
In de praktijk bestonden pemoeda’s niet alleen uit nationalistische strijdgroepen maar maakten criminele bendes gericht op materieel gewin en macht deel van hen uit. Anderen zagen in het ontbreken van wettelijk gezag een kans om met geweld persoonlijke vetes op te lossen of lokaal macht uit te oefenen.
De oproep en leus “Bersiap!”, “Weest paraat” om tot de vrijheidsstrijd over te gaan is een begrip geworden voor de gehele periode van augustus 1945 tot januari 1946. Daarin vonden de heftigste gebeurtenissen plaats waarbij veel Indische Nederlanders werden gedood. “Bersiap” is ten slotte ook als begrip in gebruik voor de gehele periode van dekolonisatie tot eind 1949. De Indonesische strijders van het eerste uur, waaronder dan de pemuda als meest extremistische, behoorden tot de barison pelopor ofwel voorlopers in de strijd. Pelopor is een verbastering van het Nederlandse voorloper. In deze context te lezen als de voorhoede in de onafhankelijkheidsstrijd. 6)

1946 Java. Een strijdgroep van pemoeda’s (geradicaliseerde jonge nationalistische strijders), de Lasjkar rakjat, tijdens een bijeenkomst. De meesten zijn gewapend met bamboe roentjing, puntig gemaakte bamboestokken. Dit eenvoudige wapen maakte vele slachtoffers onder Indo-Europeanen. Doordat er nog geen wapens uit de Japanse kazernes vrijgekomen waren, gebruikten de pemoeda’s bamboesperen, messen en kapmessen. Vele Indo-Europeanen, Nederlanders en ook aan Nederland loyale Indonesiërs stierven door de aard van deze speren na veel lijden en aan vreselijke verwondingen. Foto: Tropenmuseum.

Islamitische strijdgroep: Barisan Hizbullah Modjokerto
Naast de niet-islamitische pemuda waren er de Hizbullah-strijdgroepen Laskar Hizbullah die in het machtsvacuüm waren gestapt. Mojokerto kende ook een dergelijke strijdgroep.
De Islamitische federatieve partij Madjelis Sjyro Muslimin Indonesia (Masyumi) zette de Barisan Hizbullah Modjokerto op. Deze had als doel om van de republiek een Islamitische staat te maken. In augustus 1945 voldeed Masjumi Modjokerto aan het verzoek van de centrale Masjumi-leiding om uit de regio twee vertegenwoordigers te sturen om deel te nemen aan een militaire training in Tjbaroesa, zuidoostelijk van Batavia. De twee jongeren uit Modjokerto waren Achmad Qosim alias Mat Yatim en Mulyadi, ooit weeskinderen in tehuizen van de gematigd islamitische politieke partij Muhammadiyah. De twee santri, orthodoxe moslims, voltooiden de training en reisden terug via Soerabaja, het hart en startpunt van de gewapende strijd tegen de koloniale machten Engeland en Nederland. Daar gingen ze direct naar het kantoor van de Nahdlatul Ulama Hizbullah in de wijk Boeboetan, waar ze met de lokale islamitische nationalisten spraken over hun rol om in de stad en regio Modjokerto nieuwe strijders te trainen. 7)

Republikeinse propagandatekeningen op de muur van een gebouw in Modjokerto (een republikein steekt zijn wapen door een Nederlandse soldaat) vlak voor de politionele acties, Oost-Java Indonesië, voor 18 juli 1947. Foto: Hugo Wilmar. Spaarnestad fotocollectie.

Werving islamitische strijdgroepen in Modjokerto
Niet meer dan een maand had Barisan Hizbullah Mojokerto nodig om 2000 (meestal jonge) strijders te werven. Militair vergelijkbaar met de sterkte van twee bataljons. Bataljon I werd geleid door Mansyur Sholihi en Battalion II door Munasir. In de tweede eenheid werd een speciale afdeling gevormd waarvan Achyat Chalimy de leider werd. Zijn taak was de oelamas (schriftgeleerden) te bewaken die lid waren van de Sabilillah (“In naam van Allah”), de islamitische liefdadigheidsinstelling.
Een jeugdorganisatie die voortkwam uit de Nhadlatoel Ulama was de Gerakan Pemoeda Ansor met als lokale leider Mansyur Sholihi. In hoeverre deze organisatie strijders heeft geleverd is niet bekend. 8)

Voor de stad en de kabupaten Mojokerto speelde de Hizbullah als dominante jeugdbeweging een belangrijke rol bij het consolideren van de republikeinse dominantie in de regio. De strijders namen de wapens van de Japanners in beslag waardoor ze de vrijheid militair konden verdedigen tegen de Britten en later Nederlanders. De Barisan Hibullah Modjokerto zou meevechten in Surabaya en daarna westwaarts trekken richting Kediri.
De eerste opdracht was deelname aan de strijd als arek arek Surabaya (kinderen van Surabaya). Leider van de strijdgroepen van Mojokerto was Akhmad Efendi. 9)

Augustus tot 17 maart 1947: Mojokerto als republikeins gebied
In de loop van september 1945 hadden de republikeinen van Soekarno en Hatta grote delen van Java onder hun bestuur. Ze moesten dat wel afdwingen van de lokale Indonesische aristocraten, de regenten. Dezen waren loyaal aan de Nederlanders die via hen het indirect bestuur uitoefenden over de archipel. Door dat systeem hadden ze gezag en financiële middelen door onder andere belastingheffing en delen in de opbrengst van de landbouwproducten.
Zoals in andere regio’s waar de republiek het burgerlijk gezag had overgenomen, was dat ook in Modjokerto het geval. Het systeem van indirect bestuur waarbij het Nederlands gezag over de bevolking via de lokale inheemse aristocratie werd uitgeoefend, werd in stand gehouden. In 1945 was Rikso Amiprodjo bupati (regent) van  de kabupaten of regentschap, Mojokerto. In plaats van aan de Nederlanders, daarna de Japanners, kon hij niet anders doen dan zich loyaal en coöperatief opstellen naar de nieuwe orde van Soekarno en de zijnen. Na 17 maart 1947 zou hij zich behulpzaam opstellen tegenover de Nederlanders die Mojokerto op de republikeinen hadden veroverd. 10)

De republiek bouwt een leger en politiemacht op
Het republikeins bestuur begreep direct dat handhaving van zijn positie en macht, alsook het kunnen bewaren van rust en orde belangrijke voorwaarden waren voor het sterker maken van de nieuwe politieke orde. De Japanners moesten van de Geallieerden orde en rust handhaven. Ze  onttrokken zich hier echter grotendeels aan door zichzelf in de kazernes te interneren.
Hierboven stelde ik dat de Barisan Hizbullah Modjokerto een rol had bij het behouden van Modjokerto als republikeins grondgebied. Het was te verwachten dat de Nederlanders zouden terugkeren en een gewapend conflict onvermijdelijk. Soekarno besefte heel goed dat het gevaar voor zijn republiek zou komen vanuit havenstad Soerabaja die voor de Britten en Nederlanders een van de ingangen tot Java zou zijn.
Voor de republiek was de urgentie groot zich militair te versterken. Niet alleen om zich tegen de straks terugkerende Nederlanders te verdedigen. Soekarno was ook bang zijn greep te verliezen op de snel groeiende strijdgroepen van pemuda, die overal zich formeerden.
In september 1945 begon de republiek met de opbouw van een militaire macht. Deze kreeg de naam Tentara Keamanan Rakjat (TKR) wat betekent een veiligheidsmacht voor de bevolking. Soekarno wilde met deze minder militair klinkende naam de schijn voorkomen dat het om een leger ging dat bereid was de strijd met de Geallieerden aan te gaan. De republiek moest internationaal nog herkend en erkend worden. Dat proces in de kiem smoren zou onverstandig zijn. 11)
De TKR heette in 1946 Tentara Republik Indonesia en in Modjokerto was het schoolbataljon Tentara Republik Indonesia Pelajar gelegerd in de middelbare landbouwschool. Commandant was Mas Isman en de plaatsvervangend commandant die in Mojokerto zijn zetel had was Moeljosoedjon. 12)

1946: Leden van het Tentara Republik Indonesia Pelajar (TRIP), het opleidingsbataljon stad en regio Mojokerto. Later in het jaar zou het opgaan in de Tentara Nasional Indonesia (TNI), het nationale leger van Indonesië dat nu nog zo heet. Foto: https://kumparan.com/mas-in/sejarah

1946 Mojokerto. De republikeinen waren een opleiding gestart van een eigen districtspolitie, de polisi daerah. Deze leerlingen volgen een les Wachtreglement Foto: Dienst voor Legercontacten Indonesië. Scheidema, […] / DLCFo

Opperbevelhebber werd de later bekende generaal Soedirman. In 1946 kon de TKR zich presenteren als een echt leger en kreeg het de huidige naam Tentara Nasional Indonesia, TNI. De TKR heeft eind 1945 radicale pemuda strijdgroepen bestreden om aan onnodig bloedvergieten onder Europeanen een eind te maken. De TKR wilde voorkomen dat het land in anarchie zou eindigen wat een feitelijk einde van de republiek kon zijn. Ook was het denkbaar dat na terugkeer van Nederlandse troepen er een complete oorlog zou uitbreken. Dat de republiek nu een eigen leger had was door haar inzet om rust te bewaren, een erkenning als legitieme macht. 13)
Naast de TKR werden districtspolitiekorpsen  (polisi daerah) gevormd en getraind. Mojokerto kende ook zo’n korps en opleidingsschool.

1947. Station Mojokerto: een muur beschreven met nationalistische leuzen: “Welkom iedereen die onze vrijheid eerbiedigt”. Bron: [SFA006000722], Fotografen, Collectie Spaarnestad/Photo/. Fotograaf: Hugo Wilmar

De rol van Hizbullah Modjokerto: op weg naar de gewapende strijd in Surabaya
Vanaf begin september had de republiek het stadsbestuur van de Japanners overgenomen. Op 10 september was het revolutionaire comité KNI Kota opgericht en de leider was Roeslan Wongsokoesoemo. KNI Kota hield op 11 september een grote bijeenkomst voor jongeren die met duizenden kwamen. Vervolgens gingen jongeren strijdgroepen vormen. Eerder hadden pemuda bij het paleis van Justitie de Japanse vlag vervangen door het merah-putih van de republiek. 14)
Vanaf eind augustus hadden Nederlanders de kampen verlaten om familie terug te vinden of naar hun huizen te gaan. Deze bolossers beseften niet hoe de sfeer precies was geworden en protesteerden tegen de in hun ogen brutale Indonesiërs. Dat het om meer ging dan onschuldig lijkende uitingen zou echter spoedig pijnlijk blijken toen confrontaties met dodelijke afloop zich voordeden. 15)
Jonge Indische jongens wilden in actie komen en vormden knokploegen. Inmiddels arriveerde het eerste RAPWI-team op 18 september. Dat kreeg huisvesting in het Oranje Hotel aan de Toendjoengan. Daar zat al een aantal Nederlanders die de kampen hadden verlaten. Het hijsen van de Nederlandse vlag op het hotel leidde tot een gewelddadig incident tussen pemuda en Indische jongeren. Daarbij kwam de oud-voorzitter van de lokale IEV-afdeling mr. W. Ploegman in een poging te bemiddelen en de rust te bewaren om als gevolg van klewangslagen door een Indonesische jongere. Historicus dr. Herman Bussemaker merkt op dat aan de andere kant, provocaties door Indische jongeren gericht tegen met name jonge Indonesiërs een rol hebben gespeeld in de escalatie van het geweld. 16)
In de rest van september bleef het betrekkelijk rustig. Dat kwam mede door gebrek aan wapens. De Japanners bleken die nog niet massal aan de republikeinen te hebben overgedragen, al was het in zekere mate wel gebeurd. Deze situatie zou spoedig veranderen.

De Europese bevolking van Mojokerto
Tijdens de Japanse bezetting was het merendeel van de Europese bevolking van Mojokerto geïnterneerd in met name Surabaya (Darmo) en De Wijk in Malang. Naar schatting zal dat ongeveer om 1.000-tal personen gaan.
In de eerste weken na de Japanse capitulatie reisden veel ex-geïnterneerden Java door om weer naar hun huizen te gaan en familie op te sporen. Velen waren in de afgelopen drieënhalf jaar door de Japanners over het gehele eiland van kamp naar kamp verplaatst.
Hoeveel Indo-Europeanen in de stad als buitenkamper hadden gewoond is niet bekend. Evenmin is bekend hoeveel mensen de kampen hebben verlaten en als bolosser naar hun huis in Mojokerto gingen en om familie te zoeken. Schattingen spreken van wel 200 personen per dag. Na de opgelopen spanning vanaf medio september in het door de republikeinen beheerste Soerabaja was het voor Nederlanders en Indische Nederlanders te gevaarlijk om te gaan reizen. In de kampen was het veiliger en het pijnlijke was dat de voormalige kwelgeesten voor hun veiligheid zorgden. Die veiligheid zou binnen weken in gevaar komen toen Indonesiërs in Surabaya het burgerlijk bestuur overnamen maar gemotiveerde strijders de wapens en materieel van de Japanners overnamen. 17)
Vol verwachting keken alle Europeanen uit naar de te verwachten Britse troepen en Nederlandse hulp en autoriteiten. In de laatste dagen van september vielen de wapens van het arsenaal in de Don Boscoschool in handen van de Indonesische strijdgroepen.  18)

1 oktober 1945: het begin van een geweldsspiraal
Tegen 1 oktober richtten de Indonesiërs zich tegen de Japanners en niet tegen terugkerende en ongewapende Nederlanders uit de kampen. Op 1 oktober vielen pemuda massaal de Japanse militairen aan. Dat ging deels gepaard met veel geweld. Vooral de bestorming van het kantoor van de beruchte militaire politie Kempeitai telde veel doden. Binnen enkele dagen brachten de strijders marine-installaties onder hun controle. De Japanners werden met duizenden geïnterneerd. Hun wapens kwamen op grote schaal in handen van de strijders. En ze beschikten nu niet alleen over handwapens, granaten en mitrailleurs maar ook over geschut en tanks. Het zag er slecht uit voor de Nederlanders en Indische Nederlanders voor wie de Japanse bescherming verdwenen was. De Britse troepen waren nog niet op sterkte en het was afwachten wanneer ze de pemuda konden gaan afschrikken.
De bersiap was zijn meest bloedige fase aan het ingaan. 19)


Eerdere artikels over Modjokerto, Mojokerto lezen? Klik hier.


Noten
1. L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog. Deel 11c.
1986), pp. 493- 510.
H.Th. Bussemaker, Bersiap! Opstand in het paradijs. De bersiap-periode op Java en Sumatra 1945-1946, pp. 50-55.
2. De Jong (1986), pp. 343-369, 511-514, 558.
3. Bussemaker (2013), pp. 11-14. De Jong (1986), pp. 521-526.
4. Idem, pp. 28-39.
5. Idem p. 15.
6. Idem, pp. 14-19.
7. https://joehannafiq.wordpress.com/2015/04/18/hizbullah-mojokerto/rnet
8. Ibidem.
9. Ibidem.
10. De Jong (1988), pp. 856 – 858.
11. https://en.wikipedia.org/wiki/Indonesian_National_Armed_Forces
12. https://larassetyaningsih.wordpress.com/2018/03/08/peran-lasykar-hisbullah-mojokerto-dalam-perang-10-november-tahun-1945-1947/
Ahmad Suryadi, Tentara Republik Indonesia Pelajar Madiun Tahun 1946-1949,; in: Avatar, e-Journal pendidikan sejarah, Volume 6, No. 1, Maret 2018
13. De Jong (1988), pp. 710-712.
14. Bussemaker (2013), p. 198.
15. Idem, pp. 201-205.
16. Idem, pp. 200-201.
17. Idem, pp. 203-206.
18. Idem, pp. 206-214.
19) Ibidem.

Internet
Javapost 17 mei 2017: Mary van Delden, Ons beeld van de pemoeda’s
https://joehannafiq.wordpress.com/2015/04/18/hizbullah-mojokerto/rnet
https://larassetyaningsih.wordpress.com/2018/03/08/peran-lasykar-hisbullah-mojokerto-dalam-perang-10-november-tahun-1945-1947/
TKR Mojokerto: https://kumparan.com/mas-in/sejarah
Geschiedenis Indonesische leger TNI:  https://en.wikipedia.org/wiki/Indonesian_National_Armed_Forces
TRIP, Tentara Republik Indonesia Pelajar: Ahmad Suryadi, Tentara Republik Indonesia Pelajar Madiun Tahun 1946-1949,; in: Avatar, e-Journal pendidikan sejarah, Volume 6, No. 1, Maret 2018 

Literatuur
B.R.’O.G, Anderson, Java in a time of revolution. Occupation and resistance 1944-1946. (Publisher: Ithaca, 1972).
H.Th. Bussemaker, Bersiap! Opstand in het paradijs. De bersiap-periode op Java en Sumatra 1945-1946, Zutphen 2013 (3e druk). Uitgever Walburg Pers.
L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog. Deel 11c. Nederlands-Indië III,Den Haag 1986. Uitgever SDU-Drukkerij.
Idem, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog. Deel 12. Tweede helft. Epiloog, Den Haag 1988. Uitgever SDU-Drukkerij.